Twijfels over de taalontwikkeling |
Twijfels over de taalontwikkeling |
De taalontwikkeling begint als het kind nog niet geboren is. Vanaf twintig weken kunnen ongeboren kinderen geluid waarnemen. Het waarnemen van geluid vormt de basis voor het leren van taal. Baby’s van een paar weken oud hebben al verschillende huilgeluiden waarmee ze uiteenlopende behoeften aangeven zoals honger en slaap. Ook lachen, wat de meeste kinderen al doen vanaf dat ze een maand oud zijn, is een belangrijk onderdeel van de communicatieve ontwikkeling. In de eerste drie maanden begint een kind met het maken van kirgeluiden en klanken als ‘ah’ en ‘uh’. Rond negen maanden ontstaat het zogenaamde brabbelen. Het kind plakt klinkers en medeklinkers aan elkaar zoals ‘mamamama’ of ‘dadadada’. Dit brabbelen gaat steeds meer op echte taal lijken.
Als u zich zorgen maakt over de taalontwikkeling van uw kind, kunt u dit laten onderzoeken bij het Audiologisch Centrum van de NSDSK of bij een ander audiologisch centrum. U heeft hiervoor een verwijzing nodig van een arts. Het onderzoek vindt plaats bij kinderen vanaf 2 jaar en bestaat uit een gehooronderzoek en indien gewenst een logopedisch en/of psychologisch onderzoek. Als blijkt dat uw kind mogelijk een taalontwikkelingsstoornis (TOS) heeft, kijken we samen met u hoe we uw kind het beste kunnen helpen. Een van de opties is behandeling bij de NSDSK. De NSDSK behandelt kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Bij alle vormen van behandeling bent u als ouder heel belangrijk. De behandeling van uw kind vindt plaats op een behandelgroep of bij u thuis en op het dagverblijf.
Voor meer informatie over behandeling kunt u contact opnemen met de Afdeling Vroegbehandeling, Unit TOS van de NSDSK via telefoonnummer 020-5745945 of een email sturen naar nsdsk@nsdsk.nl.
De taalontwikkeling begint als het kind nog niet geboren is. Vanaf twintig weken kunnen ongeboren kinderen geluid waarnemen. Het waarnemen van geluid vormt de basis voor het leren van taal. Baby’s van een paar weken oud hebben al verschillende huilgeluiden waarmee ze uiteenlopende behoeften aangeven zoals honger en slaap. Ook lachen, wat de meeste kinderen al doen vanaf dat ze een maand oud zijn, is een belangrijk onderdeel van de communicatieve ontwikkeling. In de eerste drie maanden begint een kind met het maken van kirgeluiden en klanken als ‘ah’ en ‘uh’. Rond negen maanden ontstaat het zogenaamde brabbelen. Het kind plakt klinkers en medeklinkers aan elkaar zoals ‘mamamama’ of ‘dadadada’. Dit brabbelen gaat steeds meer op echte taal lijken. Hieronder ziet u de verschillende mijlpalen in de taalontwikkeling.
Als u zich zorgen maakt over de taalontwikkeling van uw kind, kunt u dit laten onderzoeken bij het Audiologisch Centrum van de NSDSK of bij een ander audiologisch centrum. U heeft hiervoor een verwijzing nodig van een arts. Het onderzoek vindt plaats bij kinderen vanaf 2 jaar en bestaat uit een gehooronderzoek en wanneer gewenst een logopedisch en/of psychologisch onderzoek. Als blijkt dat uw kind mogelijk een taalontwikkelingsstoornis (TOS) heeft, kijken we samen met u hoe we uw kind het beste kunnen helpen. Een van de opties is behandeling bij de NSDSK. De NSDSK behandelt kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Bij alle vormen van behandeling bent u als ouder heel belangrijk. De behandeling van uw kind vindt plaats op een behandelgroep of bij u thuis en op het dagverblijf.
Voor meer informatie over behandeling kunt u contact opnemen met de Afdeling Vroegbehandeling, Unit TOS van de NSDSK via telefoonnummer 020-5745945 of een email sturen naar nsdsk@nsdsk.nl.
Audiologisch Centrum |
Volg ons op |
|
Spraaktaalcentrum Amsterdamse Poort |
Contact
|