september 2013 - juni 2016
Evelien Dirks - edirks@nsdsk.nl
Kennis en inzicht
NSDSK, Kentalis
Evelien Dirks, Marjolein Meester
In de VS is een slimme tool ontwikkeld om op een betrouwbare en automatische manier spontane spraak tussen ouder en kind te analyseren: LENA (Language Environment Analysis). LENA is bedoeld voor kinderen tussen 0 en 5 jaar en hun ouders. LENA bestaat uit een klein spraakrecordertje dat ouders in de broekzak van het kind plaatsen waardoor spraakopnames spontaan en in de natuurlijke omgeving plaatsvinden. Deze spraakopnames kunnen daarna ingeplugd worden op een computer met speciale LENA-software, die de opnames automatisch analyseert. Wat kan LENA (en wat niet)? LENA kan verschillende sprekers identificeren in de nabijheid van het kind (zoals vader, moeder, het kind zelf en elektronische spraak op de radio of TV) en labelt deze automatisch. Deze informatie wordt in een grafiek weergegeven zodat je in één oogopslag de spraakinput, vocalisaties van het kind en beurtwisselingen tussen ouder en kind kan zien. Wat LENA niet kan, is het in kaart brengen van de visuele aspecten van communicatie. Ook zegt LENA niets over de inhoud van het taalaanbod. De kracht van LENA ligt in de mogelijkheid om spontane spraak in de natuurlijke taalsituatie thuis op te nemen, zonder dat er sprake is van een momentopname, en deze op een snelle en automatische manier te analyseren.
Vraagstelling/doelstelling In dit project staan de volgende vragen centraal:
We vragen de ouders van kinderen met TOS en ouders van normaal-ontwikkelende kinderen om gedurende één dag opnames te maken met LENA. Het recordertje wordt ’s-morgens aangezet en ’s-avonds als het kind weer in bed ligt uitgezet. Het kind draagt het recordertje dus de hele dag bij zich zodat alles wat het kind die dag hoort en zegt wordt opgenomen. De LENA-software analyseert de opnames en geeft het weer in grafieken. Daarnaast zullen we de ouders vragen een logboekje bij te houden gedurende de dag en een vragenlijst in te vullen. In totaal zoeken we 30 gezinnen met een TOS kind en 30 gezinnen met een normaal-ontwikkelend kind. Vervolgens zullen we bepalen hoe betrouwbaar de variabelen zijn die LENA berekent en onderzoeken we of er verschillen zijn tussen de twee groepen.